19Voordat u kunt bellen
Hoofdstuk 2: Bellen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het voeren van
telefoongesprekken en over de diverse beschikbare opties
tijdens een gesprek.
Voordat u kunt bellen
Controleer voordat u iemand belt of de
telefoonfunctie is ingeschakeld; activeer de
telefoon via Comm. beheer (zie “Comm.
beheer” op pagina 46).
1. Open Comm. beheer door op de
communicatiepictogrammen bovenin het
scherm te tikken, of via Start >
Comm. beheer.
2. Tik op het pictogram telefoonverbinding
zodat dit op Aan staat.
Bellen
1. Druk in het scherm Vandaag op de toets
Bellen om de numerieke toetsen op het
scherm te openen.
2. Voer het nummer in dat u wilt draaien.
3. Druk op de toets Bellen of op om te
bellen.
4. Beëindig het gesprek door op de toets
Stoppen of op te drukken.
Kommentare zu diesen Handbüchern